Vensters geeft graag de ruimte aan gastschrijvers om columns te schrijven over onderwijs gerelateerde onderwerpen en ervaringen. Als proef plaatsen we tot de zomervakantie maandelijks een column van Kim Schildkamp.
Datagebruik begint niet met data
‘Datagebruik zou niet moeten beginnen met data.’ Voor een column die over data gaat is dit wellicht een wat vreemde uitspraak. Maar voordat ik hier op in ga moet ik mij eerst even voorstellen. Mijn naam is Kim Schildkamp en ik ga de komende periode maandelijks een column schrijven in de Vensters-nieuwsbrief over data en datagebruik. Ik werk aan de Universiteit Twente, bij ELAN Vakgroep Docentontwikkeling. Ik houd mij al jaren bezig met de vraag hoe data gebruikt kunnen worden om het onderwijs te verbeteren.
Scholen hebben ontzettend veel data. Deze hoeveelheid neemt alleen maar toe. Waar moet je dan beginnen? Nou, niet bij die data dus. In het verleden hebben we dat wel eens gedaan. Samen met een school gingen we een zogenoemde ‘ data inventory’ maken. Dit leidde tot een lange waslijst van beschikbare data binnen de school: proefwerkcijfers, SO’tjes, absentiegegevens, vragenlijstgegevens, leerlingkenmerken, hinkelpaden, doorstroomgegevens, rendementsgegevens enz. Dit leidde tot frustratie, demotivatie en bijna een soort angst voor data. Het gevaar van “verdrinken in data” komt hierbij al gauw om de hoek kijken. Daarom zijn we daar snel weer mee gestopt.
Een ander gevaar van het starten met data is -dat alleen datgene wat we goed kunnen meten- onze doelen voor het onderwijs bepalen. Daarmee maken we de doelen van ons onderwijs heel beperkt. We gaan alleen nog maar nastreven wat we kunnen meten. Dit lijkt mij niet helemaal de bedoeling. Sterker nog, we moeten eerst bepalen wat we belangrijke doelen vinden. Vervolgens kunnen we kijken hoe we kunnen meten of we deze doelen al dan niet behalen. Als de doelen van het onderwijs veranderen, zal dit ook tot gevolg hebben dat we andere data nodig hebben.
Vragen zoals: wat wil de school bereiken?, wat willen de docenten bereiken?, wat willen de leerlingen bereiken? helpen om doelen de bepalen. Op het moment dat de doelen helder zijn, kan data inzicht geven in bepaalde probleemgebieden.
We vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat leerlingen niet blijven zitten, maar uit de data van Vensters blijkt dat bij ons op school in 4 havo 20% van onze leerlingen blijft zitten. Of we vinden het belangrijk dat leerlingen minimaal een 6.5 halen voor vak x, maar het blijkt dat de leerlingen gemiddeld een 5.6 halen. Data kunnen vervolgens ook helpen bij het achterhalen van de oorzaken van deze problemen. Hierover in een latere column meer …
Interessant is dat op scholen die we ondersteunen op het gebied van datagebruik een veel gehoorde uitspraak is: ‘Nu we data zijn gaan gebruiken hebben we ineens weer gesprekken over de doelen van ons onderwijs’. Vreemd eigenlijk dat hier eerst data voor nodig waren. Maar hoe dan ook: eerst de doelen helder en meetbaar en dan pas data(gebruik ).
Kim Schildkamp, email: k.schildkamp@utwente.nl, Twitter: @SchildkampKim